DEFINITIES
In deze bijlage wordt verstaan onder:
1 | „gevaarlijke stof”: een stof die is ingedeeld als gevaarlijk omdat ze voldoet aan de criteria van de delen 2 tot en met 5 van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008; |
2 | „zwaar metaal”: elke verbinding van antimoon, arseen, cadmium, chroom (VI), koper, lood, kwik, nikkel, seleen, telluur, thallium of tin, alsook deze metalen in metallische vorm, voor zover deze als gevaarlijke stof zijn ingedeeld; |
3 | „polychloorbifenylen en polychloorterfenylen (pcb's)”: pcb's zoals omschreven in artikel 1.2.1 van dit besluit; |
4 | „overgangsmetalen”: elk van de volgende metalen: elke verbinding van scandium, vanadium, mangaan, kobalt, koper, yttrium, niobium, hafnium, wolfraam, titaan, chroom, ijzer, nikkel, zink, zirkonium, molybdeen of tantaal, alsook deze metalen in metallische vorm, voor zover deze als gevaarlijke stof zijn ingedeeld; |
5 | „stabilisatie”: processen waardoor de gevaarskenmerken van de bestanddelen van het afval veranderen en gevaarlijk afval in ongevaarlijk afval wordt omgezet; |
6 | „verharding”: processen waardoor onder invloed van additieven alleen de fysische toestand van het afval verandert, zonder dat de chemische eigenschappen van het afval veranderen; |
7 | „gedeeltelijk gestabiliseerd afval”: afval dat na het stabilisatieproces gevaarlijke bestanddelen bevat die niet volledig in ongevaarlijke bestanddelen zijn omgezet en op korte, middellange of lange termijn in het milieu terecht kunnen komen. |
BEOORDELING EN CLASSIFICATIE
1. Beoordeling van gevaarlijke eigenschappen van afval
Voor de beoordeling van de gevaarlijke eigenschappen van afval zijn de criteria van bijlage III bij Richtlijn 2008/98*/EG van toepassing. Wanneer een stof in een lagere concentratie dan de ondergrens aanwezig is in het afval, wordt die niet opgenomen in de berekening van de concentratie.
Wanneer een gevaarlijke eigenschap van afval is beoordeeld door middel van een test en aan de hand van de concentraties van gevaarlijke stoffen van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG, hebben de testresultaten voorrang.
2. Indeling als gevaarlijk afval
Alle met een asterisk (*) aangeduid afval in de lijst van afvalstoffen wordt beschouwd als gevaarlijk afval overeenkomstig artikel 4.1.3 van dit besluit, behalve als artikel 31 van het Materialendecreet van toepassing is.
Voor afval waaraan gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalcodes kunnen worden toegekend geldt het volgende:
- | Afval wordt alleen vermeld in de geharmoniseerde lijst van als gevaarlijk ingedeelde afvalstoffen met een specifieke of algemene verwijzing naar „gevaarlijke stoffen” indien het gevaarlijke stoffen bevat waardoor het afval een of meer van de gevaarlijke eigenschappen HP 1 tot en met HP 8 en/of HP 10 tot en met HP 15 van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG bezit. De gevaarlijke eigenschap HP 9 „Infectueus” wordt beoordeeld overeenkomstig de Eural Handleiding die de OVAM publiceert op haar website. |
- | Een gevaarlijke eigenschap kan worden beoordeeld aan de hand van de concentratie van stoffen in het afval, zoals bedoeld in bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG of, tenzij in Verordening (EG) nr. 1272/2008 anders is bepaald, door overeenkomstig Verordening (EG) nr. 440/2008 of andere internationaal erkende testmethoden en richtsnoeren een test uit te voeren, rekening houdend met artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1272/2008 met betrekking tot proeven op dieren en mensen. |
- | Afval dat polychloordibenzo-p-dioxinen en polychloordibenzofuranen (pcdd's en pcdf's), DDT (1,1,1-trichloor- 2,2-bis(4-chloorfenyl)ethaan), chloordaan, hexachloorcyclohexanen (inclusief lindaan), dieldrin, endrin, heptachloor, hexachloorbenzeen, chloordecon, aldrin, pentachloorbenzeen, mirex, toxafeen hexabroombifenyl en/of pcb bevat in concentraties die hoger zijn dan de concentratiegrenswaarden van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad (1), wordt ingedeeld als gevaarlijk afval. |
- | De concentratiegrenzen van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG gelden niet voor zuivere (niet met gevaarlijke stoffen verontreinigde) metaallegeringen in massieve vorm. Afval van legeringen dat als gevaarlijk afval wordt beschouwd, is specifiek in deze lijst opgenomen en is met een asterisk (*) aangeduid. |
- | De volgende noten van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 kunnen, indien van toepassing, in aanmerking worden genomen bij het vaststellen van de gevaarlijke eigenschappen van afvalstoffen: |
- | 1.1.3.1. Noten betreffende de identificatie, indeling en etikettering van stoffen: Noten B, D, F, J, L, M, P, Q, R en U. |
- | 1.1.3.2. Noten betreffende de indeling en etikettering van mengsels: Noten 1, 2, 3 en 5. |
- | Nadat de gevaarlijke eigenschappen van het afval volgens deze methode zijn beoordeeld, wordt een passend codenummer uit de lijst van gevaarlijke of niet-gevaarlijke afvalstoffen toegekend. |
- | Alle andere codes in de geharmoniseerde lijst van afvalstoffen worden als niet-gevaarlijk beschouwd, tenzij artikel 4.1.5 of 4.1.6 van dit besluit van toepassing is. |
LIJST VAN AFVALSTOFFEN
De verschillende soorten afvalstoffen in de lijst worden volledig gedefinieerd door de code van zes cijfers voor de afvalstoffen en de code van twee en vier cijfers boven de hoofdstukken. Dat houdt in dat een afvalstof als volgt in de lijst kan worden opgezocht:
- | Zoek de herkomst van de afvalstof op in de hoofdstukken 01 tot en met 12 of 17 tot en met 20 en bepaal de bijbehorende code van zes cijfers voor de afvalstof (met uitzondering van de codes in de hoofdstukken die op 99 eindigen). Er valt op te merken dat de activiteiten in een specifieke installatie onder verschillende hoofdstukken kunnen vallen. Zo zijn de afvalstoffen van een autofabriek afhankelijk van de processtap te vinden in hoofdstuk 12 (afval van de machinale bewerking en oppervlaktebehandeling van metalen), hoofdstuk 11 (anorganisch metaalhoudend afval van de behandeling en coating van metalen) en hoofdstuk 08 (afval van het gebruik van coatings). NB: gescheiden ingezameld verpakkingsafval (met inbegrip van mengsels van verschillende verpakkingsmaterialen) wordt ingedeeld onder 15 01, niet 20 01. |
- | Als er in de hoofdstukken 01 tot en met 12 of 17 tot en met 20 geen geschikte afvalcode kan worden gevonden, moet er in de hoofdstukken 13, 14 en 15 worden gezocht om de code van de afvalstof te bepalen. |
- | Als geen van deze afvalcodes van toepassing is, moet u de afvalcode aan de hand van hoofdstuk 16 bepalen. |
- | Als de afvalstof ook niet in hoofdstuk 16 onder te brengen is, moet u de code "99" (niet elders genoemd niet-gevaarlijk afval) gebruiken in het deel van de lijst dat overeenkomt met de bij de eerste stap bepaalde activiteit. |
INHOUDSOPGAVE
HOOFDSTUKKEN VAN DE LIJST VAN AFVALSTOFFEN
- Afval van exploratie, mijnbouw, exploitatie van steengroeven en de fysische en chemische bewerking van mineralen
- Afval van landbouw, tuinbouw, aquacultuur, bosbouw, jacht en visserij en de voedingsbereiding en -verwerking
- Afval van de houtverwerking en de productie van panelen en meubelen, alsmede pulp, papier en karton
- Afval van de leer-, bont- en textielindustrie
- Afval van olieraffinage, aardgaszuivering en de pyrolytische behandeling van kool
- Afval van anorganische chemische processen
- Afval van organische chemische processen
- Afval van bereiding, formulering, levering en gebruik (BFLG) van coatings (verf, lak en email), lijm, kit en drukinkt
- Afval van de fotografische industrie
- Afval van thermische processen
- Afval van de chemische oppervlaktebehandeling en coating van metalen en andere materialen; non-ferro-hydrometallurgie
- Afval van de machinale bewerking en de fysische en mechanische oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen
- Olieafval en afval van vloeibare brandstoffen (exclusief spijsolie, 05 en 12)
- Afval van organische oplosmiddelen, koelmiddelen en drijfgassen (exclusief 07 en 08)
- Verpakkingsafval; absorbentia, poetsdoeken, filtermateriaal en beschermende kleding (niet elders genoemd)
- Niet elders in de lijst genoemd afval
- Bouw- en sloopafval (inclusief afgegraven grond van verontreinigde locaties)
- Afval van de gezondheidszorg bij mens of dier en/of verwant onderzoek (exclusief keuken- en restaurantafval dat niet rechtstreeks van de gezondheidszorg afkomstig is)
- Afval van installaties voor afvalbeheer, off-site waterzuiveringsinstallaties en de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water en water voor industrieel gebruik
- Stedelijk afval (huishoudelijk afval en soortgelijk bedrijfsafval, industrieel afval en afval van instellingen), inclusief gescheiden ingezamelde fracties