De Vlaamse Regering kan in de volgende gevallen beslissen de procedure, vermeld in artikel 63/2, niet te volgen:
- 1°
- als er gegronde redenen zijn om de vergunning voor een volumegebied bij voorkeur aan de houder van een vergunning voor een aangrenzend volumegebied toe te kennen. In dat geval worden de houders van vergunningen voor eventuele andere aangrenzende volumegebieden uitgenodigd om binnen een termijn van negentig dagen eveneens een aanvraag in te dienen of hun opmerkingen mee te delen;
- 2°
- als de aanvraag betrekking heeft op een volumegebied waarvoor op dat ogenblik al een vergunning voor het opsporen of winnen van koolwaterstoffen in het kader van hoofdstuk II, een opslagvergunning voor koolstofdioxide in het kader van hoofdstuk III, een vergunning voor de ondergrondse berging van radioactief afval of een vergunning in het kader van de wet van 18 juli 1975 betreffende het opsporen en exploiteren van ondergrondse bergruimten in situ bestemd voor het opslaan van gas is verleend.