Met behoud van de toepassing van artikel 63/25 kan de Vlaamse Regering de houder of laatste houder van een opsporings- of winningsvergunning voor aardwarmte verplichten om een financiële zekerheid te stellen voor het dekken van de aansprakelijkheid voor de schade waarvan vermoed wordt dat ze kan ontstaan door bodembeweging als gevolg van het opsporen of het winnen van aardwarmte.
Als toepassing gemaakt wordt van artikel 63/24, kan de Vlaamse Regering de houder of laatste houder van een opsporings- of winningsvergunning voor aardwarmte verplichten om een financiële zekerheid te stellen voor het dekken van de kosten die gepaard gaan met de verwijdering, overeenkomstig artikel 63/24 in samenhang met artikel 32, § 3, van alle door zijn toedoen opgetrokken gebouwen en installaties.
De Vlaamse Regering kan de houder van een opsporings- of winningsvergunning voor aardwarmte verplichten om vóór het aanleggen van boorgaten een financiële zekerheid te stellen om de kosten te dekken die gepaard gaan met het veilig afsluiten van de aangelegde boorgaten.
De Vlaamse Regering bepaalt het bedrag en de termijn waarvoor en het tijdstip en de wijze waarop een financiële zekerheid gesteld moet worden.