§ 1.
De verwarming van lokalen waarin papier wordt opgeslagen mag niet geschieden met toestellen die een vlam of gloeiend oppervlak vertonen.
§ 2.
Leidingen met ontvlambare gassen van gevarencategorie 1 of ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1, 2 of 3 volgens de CLP-verordening zijn in lokalen waarin papier wordt opgeslagen, alsmede in de muren, de zoldering en de vloer ervan verboden tenzij de volgende preventieve maatregelen zijn genomen:
1° | het lokaal is voorzien van een blussysteem dat automatisch in werking treedt bij een brand, of het lokaal is voorzien van een brandalarm dat verbonden is met een permanent bewaakte controlekamer; |
2° | de leiding met ontvlambare gassen van gevarencategorie 1 of ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1, 2 of 3 volgens de CLP-verordening is voorzien van een afsluiter die de toevoer naar de leiding automatisch afsluit bij een brandalarm. De afsluiter bevindt zich buiten het opslaglokaal; |
3° | de leiding is zodanig bevestigd of beveiligd dat ze niet beschadigd kan worden bij het laden of lossen van voorwerpen in het lokaal. |
§ 3.
Het opslaan van ontvlambare gassen van gevarencategorie 1 of ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1, 2 of 3 volgens de CLP-verordening in lokalen waarin papier wordt opgeslagen is verboden.
§ 4.
Onverminderd de bepalingen van afdeling 4.1.12 beschikt de inrichting over een voldoend aantal geschikte, gebruiksklare en gemakkelijk te bereiken blustoestellen. Deze blustoestellen worden tenminste jaarlijks op hun goede werking gecontroleerd door de leverancier of een bevoegd deskundige. De attesten met datum en uitslag van deze controle moeten ter inzage worden gehouden van de toezichthouder.